Natuurdomein Doornpanne - Hoge blekker

Neem je fiets of stapschoenen en kom genieten van de rust die De Doornpanne te bieden heeft. Op een boogscheut van de zee vormen zijn grote en kleine bewoners, gevarieerde kleurenpaletten en schitterende vergezichten het decor van het boeiende leven dat zich dagelijks afspeelt in de natuur.

De Doornpanne en de Hoge Blekker vormen samen met de Schipgatduinen een aaneengesloten duinmassief van 240 hectare. In een niet al te ver verleden sloten daar nog eens de Witte Burg en de Noordduinen op aan. 
Doorheen de duinen lopen verschillende wandelcircuits, een fietsroute, een mountainbikeroute en een natuurleerpad. Het bezoekerscentrum ‘De Doornpanne’ is het onthaalpunt voor bezoekers, er vertrekken regelmatig geleide wandelingen door de duinen en er worden wisseltentoonstellingen georganiseerd.

Duinencomplex

Het gebied omvat uiteenlopende duintypes. Het randgebied van de Doornpanne (157 ha) bestaat uit stuifduinen. De kern van het duinencomplex bestaat uit een brede depressie of panne, waarvan de begroeiing een mozaïek vormt van bos, dichte struikvegetatie met onder andere duindoorn, meidoorn, sleedoorn (vandaar de naamgeving van De Doornpanne) en open duinvegetatie (mosduin en duingrasland).
Errond situeert zich een gordel van stuifduinen met onder andere de hoogste duintop van de Vlaamse kust (de Hoge Blekker - 33 m).


Beschermd

De Doornpanne vormt sinds 1975 een beschermd landschap en werd dan ook opgenomen in de lijst van natuurgebieden met een Europese bescherming (NATURA 2000-netwerk).
Eén van de factoren die het gebied van verkaveling bespaarde, is de aanwezigheid van de IWVA die sedert 1947 een waterwinning exploiteert in het gebied. Deze activiteit heeft in het verleden een duidelijke impact op de waterhuishouding gehad. Sedert 2002 wordt een duurzame waterwinning gerealiseerd waardoor de grondwaterwinning kon afgebouwd worden.
 

Grazers

Met het natuurbeheer wordt gestreefd naar een meer open en vochtiger duinmilieu. Shetlandpony’s en ezels worden hiervoor als grote grazers het jaar rond ingezet. Door hun graasgedrag zorgen ze voor een meer open landschap met veel structuur. Kort gegraasde plekjes met daartussen hoger opgaand gras en ruigtes, kronkelende looppaadjes en stuifkuilen wisselen elkaar af. Veel dieren zoals vogels, insecten, spinnen en planten profiteren van deze structuurrijke vegetatie. In gedeeltes waar de grazers niet ingezet worden wordt gekozen voor plaatselijk maaibeheer waarbij het maaisel afgevoerd wordt. Hierdoor wordt de bodem armer en neemt de biodiversiteit toe.


Zeldzaam

In de duingraslanden vind je zeldzame planten als grote tijm, geel zonneroosje, walstrobremraap en kalkbedstro. In de vochtige graslanden rond het infiltratiepand bloeien orchideeën. In en rond de struwelen en bosjes vinden veel zangvogels hun geschikte plek. Je hoort er nachtegaal, sprinkhaanrietzanger en fitis. Insecten zoals het heggeranklieveheersbeestje, de mierenleeuw en de blauwvleugelsprinkhaan behoren tot de zeldzame insecten van het gebied.


De grootste

Met 33 meter boven de zeespiegel is de Hoge Blekker, het duin dat zijn naam gaf aan het domein, niet alleen de hoogste duin(rug) aan onze Vlaamse kust, maar ook een fraai natuurgebied, dat circa 18 hectare groot is. Blekker of Blinkaart is de volkse benaming voor een onbegroeide duinheuvel die het zonlicht weerkaatst (blekken of blinken). Het was een vast baken voor de zeelui die van ver al zijn witte kruin zagen blinken ('blekken' in het plaatselijke dialect). Aan de oorsprong van de Hoge Blekker en het aansluitend duinmassief liggen paraboolduinen die zich tussen de 16de en de 19de eeuw vormden. Typisch voor deze duinen is de hoefijzervorm waarvan de armen de overheersende windrichting aangeven.

De hoge paraboolduinen worden van elkaar gescheiden door laaggelegen pannen. Veel van die pannen werden omstreeks het midden van de 19de eeuw in cultuur gebracht. Op de duinakkertjes verbouwden de bewoners kleinschalig onder andere rogge, haver en aardappelen. Voor het bemesten van de schrale zandbodem gebruikten ze “zeevette”, een mengsel van visafval en beer (uitwerpselen). Om de akkertjes tegen “verzanding” te beschermen, werden de flanken van de duinen (volgens een dambordpatroon) met rijen takkenbussels vastgelegd.
Dit zogenaamd rijshout bestond oorspronkelijk uit gekapte duindoorn. Later werd vooral snoeihout van populier gebruikt. In de kamertjes tussen de rijshouthagen pootte men helmgras. Deze grassoort bezit namelijk het vermogen om bij overstuiving (via verticale uitlopers van zijn wortels) boven op het nieuw aangevoerde zand nieuwe pollen te ontwikkelen. Door dit proces wonnen veel duinen fors aan hoogte.

Nu heeft de Hoge Blekker het uitzicht van een stuifduin met schaars verspreide helmgraspollen. Her en der wisselen deze stuifduinplekken af met een struikenlaag van duindoorn, wilde liguster, gewone vlier en sleedoorn. In andere zones domineert een open begroeiing van helm en andere begeleidende soorten zoals duinzwenkgras.

Bron: https://www.natuurenbos.be/doornpanne-hoge-blekker

Blog: Wij hebben dit op 13mei 2021 bezocht niet te voet maar met de fiets. Je passeert er als je de fietsroute 'vergezichten' doet. Helaas hadden we geen succes met het weer en veel foto's heb ik dan ook niet genomen (enkel de 2 bovenste). Maar ik heb enkele van de website erbij geplaatst.